Spencer Opal mine

Spencer opal mine

Mijn eerste stop is Spencer. Een stuk of tien vervallen en enkele redelijke huizen vertegenwoordigen volgens de billboard langs de snelweg de opaalhoofdstad van Amerika.

Het doet allemaal wat shabby aan. Aan het eind van de straat is daar het “Opal Café”. Ze hebben het slim georganiseerd. Je kan er tanken, eten & drinken en voor $75 mag je door het mijnafval (de tailings) snuffelen. 

Je kan ook een dagje graven in de mijn zelf voor $300. Dat lukt mij helaas niet dit jaar omdat ze dat niet op alle dagen doen. Het is niets anders. (Moet ik nog eens terugkomen….tjonge vervelend)

Maar snuffelen in de tailings is wel relaxed. Gewoon op je knieën zoeken naar glasglans. Het bizarre is dat bijna alle opaal wel iets van kleur heeft. Het zit in hele dunne laagjes tussen gewone witte melkopaal. 

Je kan er ook grijze en ja zelfs roze opaal met kleurenspel vinden. Daar moet je wel heel erg veel geluk voor hebben, die zijn erg schaars.

De mensen van het Opal Café zijn erg behulpzaam. Ze komen af en toe even checken om bv te helpen naar de juiste signalen te zoeken. Wat ze dan oprapen, stoppen ze je toe. Zo heb je vergelijkingsmateriaal en in ieder geval iets als je zelf niets vindt.

Die pech heb ik gelukkig niet. Omdat het best productief is, niet al te zwaar en niet te duur, doe ik er nog een tweede dag bij. Ik ben heel erg blij met wat het op levert. Mijn eerste zelf gevonden edel opaal! 

De camping (Stoddard Creek) waar ik verblijf is prettig. Op 10m rijden van het Opal Café, in het bos waar het heerlijk naar naaldbomen ruikt. Wel heel spartaans, er is alleen toilet en water.

De wildlive is hier mooi. Er staat van alles in de bloei en je hoort ook veel vogels.

Volgens de host is er dit voorjaar ook een beer gesignaleerd. “He left his callingcard” zoals de host zei.

Of te wel de beer heeft ergens op de camping gescheten.

Kortom: er mag niets van etenswaar of iets wat lekker ruikt buiten of in de tent. Alles moet in de auto. Extra goed tandenpoetsen ook dan maar.

Jammer alleen is dat Amerikanen hier niet lopen maar alles op de quad op.Die maken aardig wat herrie in het stille bos. Ze scheuren maar heen en weer tot een uur of zeven.

Ook wordt er verderop gejaagd of in ieder geval geschoten. Op zich in dit land niet vreemd, tot blijkt dat ze ook over semi automatisch beschikken. Dat voelt toch als een gewelddadig iets voor mij. Het is gelukkig ver weg en duurt het niet lang.

Op de tweede dag hoor ik van het Opal Café dat het weer gaat omslaan. De afgelopen dagen is een prettige 20-25 graden geweest,  maar morgen gaat het, jawel, sneeuwen! 

Het is 2de helft van juni! Okay je zit hier ongeveer op 2km hoogte, maar toch.

Na mijn tweede dag besluit ik daarom om verder te reizen naar Nevada.

Na een koude nacht -het werd iets van drie graden- en de aankondiging, ben ik toch een beetje verbaasd als ik mijn tent uit kom en het inderdaad sneeuwt.

In die sneeuwbui mag ik dan alles in pakken. Zeiknat is m’n tent als ik em in de auto prop.

Ook tijdens de autorit blijft het nog lang sneeuwen.

Tot aan “Craters of the Moon” National Park toe. Dat is bijzondere vulkanisch gebied. Het ontleent zijn naam aan desolate aanblik van de maan (die nooit vulkanische activiteit heeft gehad, maar goed). 

Een groot gebied is gevuld met alleen maar lavabrokken en lavaheuvels. Heel indrukwekkend. Blijkbaar kwam de lava hier uit scheuren uit de grond. Het ziet er soms uit als of het heel recent is gebeurd.

De natte sneeuw nodigt niet uit om lang te blijven kijken. Sommige foto’s van dit gebied zijn van de terugweg. 

Ik rij door naar een overnachting in Boise.