Opgraven is leuk! Je weet nooit wat je tegen komt en er is hier erg veel te vinden. De opgraving is zo groot dat een bijzonder samenwerkingsverband noodzakelijk is. Het Children’s Museum of Indianapolis (dat de lease heeft op het land) vroeg the University of Manchester en natuurlijk Naturalis om samen het enorme bonebed te lijf te gaan.
Op de Jurassic Mile (zoals de locatie is genoemd) liggen zoveel botten dat je dat gewoon niet in eentje kunt opgraven en kunt onderzoeken. Helaas kan ik geen foto plaatsen van de gehele locatie. Dat zou de locatie mogelijk prijs geven. Daar is men erg zuinig op. Poaching of stropen is niet ongebruikelijk.
Als opgraver heb je wel wat te trotseren.
De afgelopen dagen is het warm, erg warm. Ruim boven de 30 graden. In je eigen kuiltje in de luwte wordt het nog warmer. Je drinkt en smeert je drie slagen in de rondte.
Als ik dit schrijf (eind van de middag) dringt zich een andere uitdager op. Muggen!
In enkele minuten ben ik al meerdere keren gestoken. Op onze “camping” stikt het van de muggen. Ik ben de afgelopen dagen al minstens veertig keer gestoken. Het houdt iedereen bezig. De Deet wordt rijkelijk aangebracht. Avonden dat het stevig waait zijn een verademing, maar geven zeker geen garantie. Mijn rug, armen en enkels zijn bijna onherkenbaar.
Ondertussen wordt er op site van alles gevonden. Meerdere Allosaurus tanden (een vleeseter met gekartelde tanden) en diverse botten van langnekdino’s.
Ik heb een mooie rib gevonden. Het eind ontbreekt helaas.
In sommige lagen vinden we ook fossielen van vissen, amfibieën en slakken. Dat geeft veel informatie over de omgeving.
Kortom: ondanks de ontberingen vermaken we ons prima.
Wil je de alle blogs van 2022 lezen? Start dan bij de post “Na twee jaar kan ie weer“.