De volgende dag ben ik vroeg wakker: Half zes.
De zon schijnt en de vogels fluiten.
De temperatuur is aangenaam.
Bij het ontbijt maak ik kennis met vier Denen die ons vergezellen.
Zij gaan ons ondersteunen bij de analyse van de bodem.
Hoe zag de wereld er hier 66 miljoen jaar geleden uit, waarom liggen deze triceratopsen juist hier en hoe komt het dat de botten hier zo fantastisch bewaard zijn.
Boeiende vragen waar veel grond voor verzet moet gaan worden.
Grondig onderzoek dus.
De eerste twee dagen gaan we vooral geulen graven dus en in het bonebed ruimte maken zodat zwaarder materiaal dadelijk bij de grote blokken kan komen.
Tijdens mijn graafwerk vind ik waarschijnlijk het kleinste staartwerveltje dat er tot nu toe gevonden is op de site.
Dit werveltje van slechts een paar centimeter heeft gezeten in het puntje van de staart van een kolos van 3 meter hoog, 9 meter lang en ruim 7.500 kilo.
Niet lang daarna vindt Richard naast mij nog een iets grotere en ik nog een midden(hand of voets)beentje van twintig centimeter.
Niet slecht op de eerste dag!
De dag erna is kariger en flink aanpoten.
Het is al weer ruim dertig graden en de zon staat nu rechter boven ons.
Snel zijn de eersten wel al ergens verbrand.
We drinken ons te pletter.
De prairie is duidelijk in een ander seizoen. Veel vogels, insecten en ook het en der mooie bloemen.
2 gedachten over “De eerste paar dagen. ”
Hoi San, je bent weer helemaal op je plek, lekker graven en botjes vinden! Mooi dat de reis goed verliep Ik ga zo naar het Museum Ook oude dingen! Succes en geniet ervan ! Ma en pa
Hallo Sander,
Wat weer leuk je verslagen te lezen! Het is wel een missie hoor! Ik ben blij dat ik niet in jouw plaats daar aan het werk hoef met al die uitingen van natuurgeweld. Maar goed dat we niet allemaal hetzelfde zijn anders konden we weer niet van jouw belevenissen genieten! Heel veel plezier en veel succes!