Eind maart en medio mei ben ik naar mijn favoriete stek gegaan. Bijna zoals verwacht kom je dan met leuke dingen thuis. Maar in maart waren er toch twee dingen die wel een beetje anders waren dan normaal.
Ten eerste was daar dat rare stuk versteend hout dat ik toch maar mee had genomen omdat het niet was zoals de meeste andere stukken hout.
Ten tweede was ik in maart tegen een ontsluiting van de Albiene klei aan gelopen. Voor die ontsluiting ben ik mei nog een keertje terug gegaan.
Het rare stuk versteend hout van het strand in Escalles
Op het strand in Escalles kun je leuk versteend hout vinden. Vaak versierd met een mooie pyrietkorst. Deze komen uit de onderste lagen van het Albien. Soms kun je de nerven of jaarringen van het hout nog goed zien zitten, vooral als je het polijst. Dit stuk hout was anders van oppervlakte en dat maakte mij nieuwsgierig genoeg om later in de hotelkamer nog eens goed te bekijken. Meenemen dus.
Schoon gemaakt in de badkuip van mijn hotelkamer viel mij iets op dat ik niet had verwacht. De jaarringen waren wel erg fijn en gedetailleerd en het centrum bleek sponsachtig….. en toen viel het kwartje. Dit is geen hout…. dit is een bot!
Een aangename verrassing, want dat is mij hier (afgezien van enkele marine werveltjes) niet eerder overkomen en ik kom hier toch al ruim tien jaar. Van welk zeereptiel kon dit een stukje zijn? Een plesiosaurus of een ichtyosaurus? Hoe kom je daar nou achter?
Toen ik een week later een borrel ging drinken met dino-kenners Anne Schulp en Pete Larson zag ik een uitgelezen kans die vraag te beantwoorden. Het resultaat was niet wat ik verwachtte. Ja, het was een bot. Maar een zeereptiel? Nee, daar was het bot toch veel te compact voor. Daar zink je als zeedier mee naar de bodem. Dit was een bot van een landdier, een dinosaurus…. Wait…what?
Pete kon het zelfs aanscherpen. Het stuk leek op een fragment van een rib. Een fragment van de costa. Oftewel het deel van de rib dat het gewricht vormt met de wervels. Het was een forse ook, dus misschien wel sauropode (een lang nek dino). Really?? Mijn avond kon niet meer stuk.
Ik mag dan in Wyoming al vele botten opgegraven hebben, maar dit was mijn allereerste eigen dino-bot dat ik echt helemaal zelf gevonden had. Wauw…
Hoe komt een dino-bot nou in de marine sedimenten van het Albien terecht? Eigenlijk is het helemaal niet zo gek. Als je versteend hout kunt vinden, waarom kan er 95 miljoen jaar geleden dan ook niet eens een botje mee de zee in gespoeld zijn? Mijn veronderstelling is dan ook dat dit bot uit dezelfde laag komt als het versteende steende hout dat je regelmatig vindt. Het gepyritiseerde merg lijkt dit te bevestigen.
Uit het naslagwerk dat ik heb kunnen vinden, blijkt dat er enkele vondsten van dino’s bekend zijn uit die lagen. In Groot Brittannië is in diezelfde formatie ooit botmateriaal gevonden van een Ankylosaurus. Dit (mogelijke) sauropode bot is een fantastische aanvulling van mijn verzameling.
Na wat wikken en wegen heb ik één kant gepolijst om de botlaagjes en het gepyritiseerde merg beter uit te laten komen.
Een ontsluiting van Albiene klei
Je zou kunnen denken dat als je een dinobot hebt gevonden de rest misschien van ondergeschikt belang wordt. Ik beschik gelukkig over een onbegrensd fanatisme om fossielen te zoeken. Diezelfde middag stond ik direct na de vloed weer op het strand in de hoop gave ammonieten te vinden. Dit keer had ik –alweer- wat extra geluk.
De Albiene klei is vaak wel te vinden op het strand tussen Escalles en Wissant. Zelden beschikbaar zijn de lagen onder het strandzand en dan moet je nog de goede lagen hebben ook. Direct aan de kust is de klei vaak erg verweerd en door het gewicht van het bovenliggende krijt en instortingen behoorlijk gekneed. De meeste fossielen zijn dan stuk en compleet uit hun geologische context. Bovendien, aan de kust zijn vaak alleen de jongste kleilagen zichtbaar. Deze bevatten over het algemeen weinig fossielen. Deze keer was de Albiene klei beschikbaar in een onverstoorde laag.
Onverstoorde klei heeft vaak een dun laagje plakkaat dat je het zicht op de echte kleilagen ontneemt. Zodra je een goed stukje met schelpen gevonden hebt, is het met een mes voorzichtig door de klei werken. Prikken, voelen en luisteren.
Uit de vondsten van de bepaalde soorten twee-kleppige (Actinoceramus) kon ik afleiden dat dit schelpenlaagje ongeveer op het scheidingsvlak van het midden en boven Albien zat.
Na een paar uur flink peuteren waren er behoorlijk leuke ammonietenvondsten en interessante “geassocieerde fauna”. Dat laatste zijn andere fossielen die soms meer inzicht kunnen geven in de specifieke geologische lagen.
Op het strand pak ik elke vondst direct in in aluminiumfolie. Dat blijft nat ook goed te gebruiken en vormt een mooie kreukelverpakking die bescherming biedt tegen gerammel in mijn rugtas. Zeker als er nog parelmoer op zit is dat belangrijk.
In de pauze, dwz tussen vloed en de volgende eb, spoel ik op mijn hotelkamer alles direct goed af en pak het opnieuw in. Als het kan zet ik alles meteen in zoet water.
Tja en dat proces herhaal je dan een paar keer, hopend dat er mooie dingen tevoorschijn zullen komen. Dat is hard werken. Uiteindelijk ben ik blij dat ik weer naar huis mag van mij zelf. Thuis begint dan het echte prepareren.
Een gedachte over “Dinobot en ammonieten Escalles mei 2018”
Beste Sander.
Waarom moet je bij prikken in de klei ook goed luisteren?
Groet van Ab vd Deure